Angst is een vervelende toestand. Je kan honderd boeken hebben gelezen over het beheersen van risico’s, een dure management opleiding hebben gevolgd, maar als de angst toeslaat zijn we in staat om in één keer alles te vergeten wat we geleerd hebben. We gaan de raarste dingen doen, de meest onhandige beslissingen nemen.

Op mijn reis door Alaska met een kajak, zie ik mijn eerste beer. Het is een grote grizzly. Hij gaat rechtop staan. Dit is heel wat anders dan een beer op de televisie. Ik zie hem, hij ziet mij. Wat gaat hij doen? Mijn eerste reflex: zo hard mogelijk weg rennen. Maar ik realiseer me: als je op een prooi wil lijken moet je vooral moet gaan wegrennen. Dus ik beheers me. De beer lijkt het allemaal niet goed te begrijpen, keert om en loopt weg. De oplossing: zelfbeheersing.

Er is een goede reden om angst voor de angst te hebben. Door de gedachte aan angst kunnen we onze zelfbeheersing verliezen, juist op het moment dat we die het meeste nodig hebben. Veel situaties zijn helemaal niet gevaarlijk zolang we maar kalm blijven.

Als we niet kunnen weglopen voor de angst dan resteert er maar een ding: moedig zijn. De angst toelaten en overwinnen. Door angst gaan we oppervlakkig ademhalen. Misschien omdat we doodstil willen zijn voor een gevaarlijk dier? Duizenden jaren heeft de mens met gevaarlijke dieren geleefd. Haal om te beginnen eens goed adem om weer overzicht over de situatie te krijgen.

Er wordt wel eens gezegd dat angst geen goede raadgever is. Maar die raadgever dat ben jij! Er is een gezegde: de mens lijdt nog het meest aan het lijden dat hij vreest. Maar als je het lef hebt om de angst in de ogen te kijken zie je al gauw de oorzaak: je hebt de verbeelding de vrije loop gelaten, je hebt je vergist. Natuurlijk zijn er ook echte gevaren. Maar de angst, dat is niet meer dan een gedachte.